421.Landschapsbiogeografie Twee polders Hospers en een Polder Post
Nooit geweten dat dit bestond
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/2022-mascr-landarbeiderswetgebied-balinge-odding.pdf
http://landschapsgeschiedenis.nl/deelgebieden/24-Hoogeveen.html
Deze film is de weergave van de presentatie van de Landschapsbiografie “Het Hollandscheveld” van oktober 2021. De Landschapsbiografie is gemaakt door het Kenniscentrum Landschap van de RUG in opdracht van de plaatselijke belangen van Hollandscheveld, Elim, Nieuwlande en Noordscheschut (gemeente Hoogeveen) en de BOKD.
De Landschapsbiografie is mogelijk gemaakt door bijdragen van Provincie Drenthe en gemeente Hoogeveen.
https://www.youtube.com/watch?v=UN_BZaHBOj0
Het Hollandscheveld blijkt daarbij niet alleen een boeiend ijstijdenlandschap te bevatten, maar ook en nog heel goed leesbaar turfwinningslandschap als ook sporen van de latere herkolonisatie door de veenkoloniale landbouw en de grootschalige aanleg van bossen in de negentiende eeuw. Wie dit rijk geïllustreerde verhaal gaat lezen, ontdekt een boeiende wereld en een cultuurhistorisch heel waardevol landschap, dat het ten volle waard is om door bewoners, overheden en maatschappelijke organisaties gekoesterd te worden. Hopelijk draagt deze landschapsbiografie bij aan een respectvolle omgang met deze oude waarden en het ontwikkelen van nieuwe gebiedseigen
Hollandscheveld en Elim 1965
Een "van gewest tot gewest" film die gaat over de dorpen Hollandscheveld en Elim waar de vooruitgang in 1965 aan alles is te zien en te merken! In de film ook beelden van een pullebok in de Hoogeveense vaart in Noordscheschut.
Plaatselijk Belang Nieuwlande, gefeliciteerd met het 100-jarig bestaan. Bij deze de oudste geschiedenis van het gebied. Wie weet ligt er nog een mooie grote kei, dan kunnen we dat ook zichtbaar maken. Hoogeveen begon in 1551 bij de Meppense Venen, aangegeven binnen de gele lijnen, en daarin liggen prominent de huidige dorpen Nieuwlande, Elim en Nieuw-Moscou.
Link voor meer: https://www.albertmetselaar.nl/publicaties/02meppensevenen.pdf
Landschapsbiografie
"Er is een belangrijke stap gezet in de vitalisering van het veengebied tussen de dorpen Elim, Nieuwlande, Hollandscheveld en Noordscheschut. Gedeputeerde Cees Bijl was op 26 oktober 2021 aanwezig in restaurant Schoonhoven om het eerste exemplaar van het (via de link ook online te lezen) boek 'Landschapsbiografie van het Hollandscheveld' in ontvangst te nemen. Hij sprak lovende woorden over dit boekwerk. Hij was ook naar Schoonhoven gekomen om de inwoners en andere betrokkenen aan te moedigen nu toekomstgericht aan de slag te gaan. https://www.bokd.nl/wp-content/uploads/2021/10/LB-Hollandscheveld-versie-13-10-21-4.pdf
Ik ben echt dol op landschapsbiografieen (vaak van de Rug, Theo Spek) en nu is er ook een van Hollandscheveld tot Nieuwlande.
https://www.bokd.nl/wp-content/uploads/2021/10/LB-Hollandscheveld-versie-13-10-21-4.pdf
In de landschapsbiografie gaat het ook nog over Waterschap Riegmeer en een kaartje met twee polders Hospers aan de Brugstraat. Ik weet wel dat er ooit een watermolen stond (Vooral te zien aan de enorme versmalling van de wijk) en een elektrische pomp zomaar midden in het land van Oom Harm.
"..Door het dempen van de vele wijken veranderde er een hoop op het gebied van de waterhuishouding, waardoor het Hollandscheveld waterstaatskundig opnieuw werd ingericht. De verantwoordelijkheid voor deze opgave kwam bij het in 1956 opgerichte waterschap Riegmeer te liggen. In eerste instantie besloeg dit waterschap een terrein van zo’n 10.000 hectare. In de daaropvolgende jaren werd het waterschap verder uitgebreid tot een gebied van ongeveer 20.000 hectare. In 1995 ging het waterschap op in het grotere waterschap Meppelerdiep, dat inmiddels weer is opgegaan in het waterschap Drents Overijsselse Delta. Tot de oprichting van het waterschap Riegmeer werd de afwatering van het zuidwestelijke en zuidoostelijke deel van het Hollandscheveld geregeld door drie kleine waterschappen. De waterschappen Alteveer en Zuideropgaande werden beide in het jaar 1884 opgericht. Aanleiding tot de oprichting van deze waterschappen waren de veelvuldige klachten over de slechte toestand van de wijken en kanalen. In het jaar 1901 kwam het waterschap Oostopgaande tot stand, waarbij een gebied van 636 hectare als polder werd ingericht, met het Oostopgaande als hoofdkanaal. Dit kanaal mondde uit op het kanaal Zwinderen-Coevorden.57
LB-Hollandscheveld-versie-13-10-21-4.pdf (bokd.nl)
Twee polders Hospers en een Polder Post
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterscriptie_jeroen_wiersma.pdf OPEN AKKERCOMPLEXEN IN FRIESLAND
Een interdisciplinair onderzoek naar verspreiding, genese en gebruik (1640-1830), met een detailstudie van de ikkers
van Westergeest.
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/a_chardon_de_oostweide_mascr_2017.pdf Een interdisciplinair onderzoek naar de landschaps- en landbouwhistorie van de Oostweide, de akkerbouwpercelen ten oosten van de Ennemaborg in Midwolda in de periode circa 1830-19
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/mascr_s_vd_wittenboer_2017_bijlagen.pdf Tot en met de Vroeg-Romeinse tijd waren de
nederzettingen vooral gesitueerd in de lagere
delen van het landschap, maar vanaf de Midden- en Laat-Romeinse tijd komt deze locatiekeuze nog nauwelijks voor. Er is dan juist een
voorkeu
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterscriptie_grytsje_kunst_workumerwaard.pdf Onderzoek naar het ontstaan, het in cultuur brengen en het gebruik van de Workumerwaard van 1926 tot 2000
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterthesis_arjan_conijn.pdf
Landscape dynamics
as a result of the
sustainability discourse
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterscriptie_loes_scholtens_2017.pdf Een interdisciplinair onderzoek naar de transformatie van de Bargervenen
in Zuidoost-Drenthe naar een veenkoloniale landschap (1845 - 1950)
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/mascr_m_reysoo_2017.pdf Natuurontwikkeling landschapshistorisch bekeken
De positie van aardkundige en cultuurhistorische waarden binnen drie grote
natuurontwikkelingsprojecten in Noord-Nederland
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterscriptie_jeroen_grift_april_2015.pdf Een interdisciplinair onderzoek naar de veenontginningen in
de Noordelijke Gelderse Vallei en de ontginning Zwartebroek
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterscriptiepigmans_klein.pdf Een interdisciplinair onderzoek naar de historische ontwikkeling van
de relatie tussen de recreatie en het landschap in het Drentsche
Aa-gebied tussen 1901 en 1980
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/scriptie_eindversie_annelien_kapper.pdf
Historisch-landschappelijke ontwikkeling,
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterscriptie_af_vermue.pdf Oldambtster landschap Noordbroek
ruimtelijke inrichting en cultureel erfgoed van de
plantages langs de Commewijne-rivier in Suriname
(1667-1863)
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/mascr_r_luring_natuurinclusieve_zoektocht_2018.pdf Middag-Humsterland, in een ver verleden
ook wel het Noordelijk Westerkwartier
genoemd, is een oud zeekleigebied met
talrijke wierden.19 De keuze voor dit gebied
is gemaakt op basis van
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterscriptie_willemieke_ottens.pdf
Op grond van welke keuzes beheren huidige landgoedeigenaren hun landgoed en het daarin aanwezige erfgoed?
Welke rol speelt de historisch gegroeide traditie van het beheer van het landgoed hierbij? En welke verschillen
bestaan op dit terrein tussen particuliere landgoedeigenaren én de grote terreinbeherende organisaties?
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/mascr_m_braaksma_2019.pdf Van Blauwgrasland naar Uitgestrekte Raaigrasweide:
Een historisch-ecologisch onderzoek naar het agrarisch cultuurlandschap van de voormalige
gemeente en grietenij Utingeradeel (Lage Midden (Fr.)) in de periode 1750-19
In het tweede hoofdstuk van deze scriptie staat het natuurlijke landschap tussen de Reest en de Overijsselse
Vecht centraal. De Pleistocene zandondergrond van het gebied rondom de Ommerschans is ontstaan tijdens de
laatste twee ijstijden (glacialen): het Saalien en het Weichselien. De basis van het landschap is gelegd tijdens het
Saalien (370.000 – 130.000 jaar geleden), waarin het landijs tot Midden-Nederland kwam. Hierbij werd het
gehele studiegebied bedekt met landijs. Enerzijds heeft dit landijs gezorgd voor een positief reliëf, ten noorden
van het studiegebied, door middel https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/mascr_r_pielman_landschap_ommerschans_2018.pdf
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/2022-mascr-kastelenlandschap-zuidwest-drenthe-t-van-der-laan.pdf Zuidwest-Drenthe wordt gekenmerkt
door een grote concentratie van adellijk
grondbezit. De meeste havezaten van
Drenthe waren hier gelegen. Een aantal
van deze havezaten hebben een
duidelijke middeleeuwse oorsprong en
konden destijds als kastele
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/2022-mascr-landarbeiderswetgebied-balinge-odding.pdf impact van de
Landarbeiderswet uit 1918 op het landschap van het
dorp Nieuw-Balinge (Dr.) in de periode 1918-1940. wilde Natuurmonumenten graag meer weten over het landarbeiderslandschap in Nieuw-Balinge
(Drenthe), waar zij een deel van in beheer hebben. Door Natuurmomenten is dit landschap in
publicaties landarbeiderswetgebied genoemd, echter heeft deze scriptie het over het
landarbeiderslandschap. Deze masterscriptie wil laten zien welke relicten van de Landarbeiderswet
uit 1918 overgebleven zijn in het landschap vandaag de dag. Het doel van dit onderzoek bestaat eruit
dat de kennis over het landarbeidersverleden van Nieuw-Balinge bekend wordt zodat bij toekomstig
beleid rekening wordt gehouden met de waarde van dit verleden. Om dit te bewerkstelligen is voor
de volgende hoofdvraag gekozen:
Wat was de Landarbeiderswet van 1918, welke sociale en landschappelijke impact heeft de wet gehad
in Nieuw-Balinge (Dr.) in de periode 1918-1940 en wat is hiervan tegenwoordig nog te zien?
Om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag is gebruikt gemaakt van literatuuronderzoek,
archiefonderzoek, kaartonderzoek, veldbezoek en verschillende contacten met experts.
In heel Europa groeide in de negentiende eeuw het arbeidersbewustzijn. In Europa braken
verschillende revoluties uit en er kwamen steeds meer initiatieven om de armen een beter bestaan te
geven. In navolging hierop kwam in Nederland in 1874 de eerste sociale wet tot stand: de Kinderwet.
In 1901 volgden de Woningwet en de Gezondheidswet. Naast deze ontwikkelingen hadden tal van
andere landen in de loop van de negentiende eeuw een wet die land gaf aan arbeiders of kleine
boeren. De komst van de Landarbeiderswet was dus niet uniek voor Nederland.
De Landarbeiderswet die in 1918 van start ging gaf landarbeiders in Nederland de mogelijkheid om
een kleine boerderij en een lap grond te huren zodat zij gebonden werden aan een locatie en zij naast
hun werk in loondienst extra inkomsten konden vergaren. De boerderij met de lap grond werd een
plaatsje genoemd. De landarbeider moest tussen 25 en 50 jaar oud zijn en enig kapitaal bezitten, want
hij moest minimaal tien procent van de kosten van het plaatsje direct betalen. De maximale kosten
van een plaatsje mochten f 4000,- zijn. De landarbeider kreeg het geld als voorschot van de gemeente
(of van een uitvoerend orgaan opgezet door de gemeente). In de eerste drie jaren na de start van zijn
plaatsje moest hij aan de gemeente vier procent rente betalen over zijn schuld. Het jaar daarop begon
de aflossingsperiode waarin in dertig jaar jaarlijks 5
4/5 procent aan de gemeente moest worden
afbetaald. Met name in Drenthe, Groningen en Friesland waren de plaatsjes talrijk. In totaal kende
Nederland meer dan 2000 plaatsjes, waarvan meer dan de helft in deze drie provincies.
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/mascr_h_kijk_in_de_vegte_2018.pdf De verdwijning van het merendeel van de Drentse heidevelden we Vanaf 1938 vonden met name centraal in het studiegebied grootschalige bebossingen plaats. Deze
gronden kwamen in het beheer van Staatsbosbeheer en waren de gronden binnen het studiegebied
welke voor bebossing het meest geschikt leken. In het kader van de werkverschaffing is een groot
gebied heide omgespit en aangeplant waardoor een gemengd bos is ontstaan. De werkzaamheden
werden veelal uitgevoerd door uit het gehele land afkomstige werklozen, deze werden hier in de
beginjaren in werkkampen ondergebracht. Ongeveer rond 1960 zijn deze
ontginningswe
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/mascr_marina_fijten_2017.pdf Beekvliet loop. Het typische coulissenlandschap van
de Achterhoek i
Holtinghe, Holtingerveld een esgehucht en veldgrondencomplex in Zuidwest-Drenthe
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/masterscriptie_esgo_kuiper.pdf de dorpen Havelte, Uffelte, Wapserveen en Darp. In de jaren
’30 heeft de amateurarcheoloog George Hendrik V
Pagina 20: Dronefoto van Roelina Okken, gezien vanaf de Joh. Poststraat met
rechts op de foto verborgen in de bossen het onderduikershol Nieuwlande en de
pingoruïne. In het midden van de foto de Kerkhoflaan richting Hollandscheveld
https://podcastluisteren.nl/ep/Veldheren-1-Een-jaar-oorlog
“Uit onze groepsgesprekken en tijdens startavonden en bijeenkomsten kwam naar voren dat er veel vogels waren die helemaal niet tot broeden kwamen, dit door omstandigheden op de akkers en weides.”
Jaarverslag Weidevogels Brabant
https://brabantslandschap.docufiller.nl/docupage/view/ZHBhZzo1Njcy/3b876d402d59385cb98bb9cba22a6371#page/2%20
De resultaten van dit jaar zijn daar ook naar. Dit bleek ook uit de resultaten van dit jaar, waaronder een historisch laag aantal gevonden nesten. Vooral de kievit – Brabants meest algemene weidevogel – heeft het zwaar te verduren gehad. Na de presentatie van de hoogtepunten en resultaten van 2022 nam kievit onderzoeker Tim Visser van Wageningen University & Research het podium. Visser gaf een presentatie over de resultaten van het zenderonderzoek, landelijk uitgevoerd in 2022. Met als belangrijkste conclusie dat er onvoldoende aanbod is van goede plekken om kuikens groot te brengen. Kievitouders zijn van nature goed in het vinden van deze plekjes in de korte vegetatie met reliëf in de bodem en natte omstandigheden. Dat zij ondanks deze slimmigheid te weinig kuikens grootbrengen is veelzeggend.
Na de pauze vertelde scholeksteronderzoeker Bert Dijkstra over vijftien jaar lang onderzoek naar dak-broedende scholeksters in Assen. Extra toepasselijk omdat dit jaar uitgeroepen is tot het ‘Jaar van de scholekster’. Deze vogelsoort – die eerst veelal voor kwam in de kustgebieden en agrarisch gebied – trekt steeds meer richting het stedelijk gebied. In de steden voelt deze soort zich prima thuis op de grinddaken. Voedsel vinden ze op gazons, sportvelden en bermen, zolang die niet meer dan 50 meter van het nest af ligt. Scholeksters die op daken broeden, kennen andere uitdagingen dan scholekster op het boerenland. Dijkstra sloot zijn betoog af met de oproep aan vrijwilligers om hun kennis en kunde ook in te zetten voor scholeksters in het stedelijk gebied. Die kunnen ook wat hulp gebruiken.
https://www.brabantslandschap.nl/actueel/nieuws/jaaravond-weide-en-akkervogelbescherming-2023/
https://www.overland.nl/Landschapsbiografie%20Veluwe%20DEF%20print.pdf
VOORBEELD
https://www.vangorcum.nl/product/100-64_Landschapsbiografie-van-de-Drentsche-Aa
INKIJKEXEMPLAAR
https://www.vangorcum.nl/media/2/inkijk_lbw_15sept21_1049_comp(1).pdf
評論
新增評論